Heden, poort naar het verleden

- Wegzinken in de collectie               
- Herinnering aan Normandie    
 
 
Wegzinken in de collectie
De radio staat op zijn zachtst. Overdag nauwelijks hoorbaar, nu nog best luid. Het Wilhelmus heeft net geklonken, de zender gaat op nachtstilte. Pas om zes uur morgenvroeg start de uitzending weer. Ik start een muziekcassette. De rustige muziek versterkt de nachtelijke eenzaamheid. Een bevrijdende eenzaamheid. Tijd voor mezelf. Na drie kwartier eindigt de tape met een klik. Daarna heerst een doodse stilte. Ik kom helemaal tot rust. 
 
Ik keek er de hele week naar uit. Tijdens een verloren moment ontstond een idee om iets te gaan doen met mijn collectie. Iets veranderen in de opstelling, iets bouwen of afbreken of simpel poetswerk. Vrijdagavond was het dan zover. Nadat iedereen naar bed was, begaf ik mij naar mijn collectie. Toen ik nog thuis woonde was dat mijn slaapkamer, later een aparte kamer. 
 
Vaak zat ik er eerst een half uur zonder ook maar iets te doen. Gewoon rondkijken. Daarna maakte ik mijn plan en begon aan de klus. De vermoeidheid maakte plaats voor enthousiasme. Uren vlogen voorbij. Ik ging door totdat in de verte de eerste lichtstrepen aan de horizon verschenen. Een gevoel van triestheid kwam dan over me heen. Langzaam sloeg de vermoeidheid toe. De vloer lag bezaaid met voorwerpen. Het kon zo blijven liggen, tot de volgende week. 
 
In de nachtelijke stilte was de collectie tot leven gekomen. Voorbij het hebben is verzamelen vooral beleven. Er ontstaat een punt waarop de voorwerpen beginnen te praten. Stille getuigen aan het woord, de geschiedenis in mijn handen. De nacht verdiept en versterkt. De zintuigen zijn extra gevoelig.
Net zoals het geluid van de radio overdag nauwelijks hoorbaar is, zo blijven ook de verhalen opgeborgen tot in dat moment van eenzaamheid en stilte. Ik keek nog een keer om, voordat ik terugkeerde naar de hedendaagse werkelijkheid.
 
Herinnering aan Normandiƫ
Elk voorjaar ben ik weer even in NormandiĆ«. Vooral tijdens een koele voorjaarsbui. De lucht is grijs en bewolkt, maar het wordt niet echt donker. Er is geen wind, de druppels vallen recht naar beneden. Een geur van vochtige aarde vult de lucht. De bomen en het struweel dragen een dicht bladerendek. Honderden tinten fris groen tekenen helder af tegen de grijze hemel. Lanen als donkere corridors, houtwallen ondoordringbaar vol. De wereld is klein. 

Boven het hoofd luid getjilp van de vogels, die nog snel beschutting zoeken voor de aanstaande bui. Een gevoel van geborgenheid en veiligheid. Het zachte tikken van de regendruppels op de bladeren. Wolken van witte en roze bloesem, in de bermen een tapijt van gele bloemen. Enkelhoog gras met her en der een blauw-paarse waas van oneindig veel kelkjes. 
 
   Omaha Beach
 
En soms zijn er van die diep donkere dagen. In de volksmond de schaapscheerdersperiode genoemd. De lucht is egaal grauw. Regen stort in bakken recht naar beneden. Het is donker. Auto's rijden midden op de dag met lichten aan, weerkaatsing in het natte wegdek. Pluimen van nevel zweven traag door de bladrijke boomkruinen. 
 
   Pegasus Museum
 
De fragiele voorjaarsblaadjes in de slapend kale takken hebben plaats gemaakt voor een explosie van uitpuilend groen. De natuur is tot leven gekomen, en zo ook mijn herinnering aan 1997, Normandiƫ. Elk jaar weer.